In het eerste deel van een serie posts over de ontwikkeling van het nieuwe beroep robottrainer, schreef ik over de twee hoofdtaken. Dit zijn trainen en testen. Twee belangrijke facetten in het leerproces. Met testen meten we prestaties van mens of robot en daarnaast de opbrengst van onze leerinterventies. Wat wordt gemeten bij het testen leidt tot acties die kunnen worden omgezet naar concrete training.
In deze post zal ik inzoomen op het onderdeel training. Voor de robottrainer bestaat dit uit drie facetten: het trainen van mensen, robots en teams die uit beiden zijn samengesteld.
Zeker in de huidige fase van de ontwikkeling van de robotisering zal het accent liggen op het trainen van mensen die moeten werken met robots. Met name wanneer je de definitie van wat een robot is ruim interpreteert (ik doe dat), is dit een zeer breed spectrum van trainingen.
Het kan variƫren van een financieel adviseur die moet leren werken met een AI-systeem dat hypotheekbeoordelingen doet, tot een inspecteur die een drone moet leren besturen om de constructie van bruggen te controleren.